Sommige mensen hebben moeite om hun B-VCA-examen te halen. Bijvoorbeeld omdat ze niet goed met een computer overweg kunnen, moeite hebben met lezen of last hebben van faalangst. Begeleidt u zo iemand, bijvoorbeeld vanuit het UWV, de sociale dienst of een welzijnsorganisatie? Dan hebben we een paar handige tips voor u.

1. Ga in gesprek met de opdrachtgever

VCA komt oorspronkelijk uit de petrochemie en is bedoeld voor risicovol werk of werk in een risicovolle omgeving. Ook buiten de petrochemie wordt VCA steeds vaker gevraagd. Soms is dit een soort vanzelfsprekendheid, zonder dat er een bewuste afweging aan voorafgaat. U kunt met de opdrachtgever bespreken of het echt nodig is om VCA te eisen van de aannemer die hij inschakelt. Het is belangrijk om deze keuze bewust te maken en hierbij een goede afweging te maken tussen de opbrengsten en de kosten.

2. Kijk welke ruimte de scope van het VCA-certificaat biedt

Veel bedrijven formuleren de scope van hun VCA-certificaat zo breed dat al hun werkzaamheden (en dus alle medewerkers) eronder vallen. Maar soms biedt de scope ruimte om voor bepaalde werkzaamheden medewerkers zonder B-VCA-diploma in te zetten. Zo kunnen bij hovenierswerk onkruidverdelgingswerkzaamheden met pesticiden binnen de scope van VCA vallen, maar onkruid verwijderen niet. Bij werkzaamheden binnen de scope is B-VCA verplicht, voor werkzaamheden buiten de scope kan de werkgever kiezen voor een alternatieve opleiding. Kijk dus goed welke ruimte de scope van het VCA-certificaat biedt. Of overleg met de werkgever over het invullen, beperken of veranderen van de scope.

3. Vul de Taalmeter in

Goed kunnen lezen is essentieel om veilig te kunnen werken. Twijfelt u of degene die u begeleidt wel goed kan lezen? Laat dan een Taalmeter invullen op niveau 1F, 2F. Dit niveau is in de praktijk nodig om de teksten van de VCA-examens goed te kunnen begrijpen. Is de leesvaardigheid onvoldoende? Kijk dan wat de Stichting Lezen en Schrijven kan betekenen. Start Werk & Blijf Veilig heeft producten waarmee de Nederlandse taal en de veiligheidsinstructie gecombineerd kunnen worden getraind.

4. Kies een goede opleider

Kies altijd een goede opleider. Let op de volgende zaken:

  • Gebruikt de opleider ons boek met toelichting op de eind- en toetstermen van VCA en de begrippenlijst van de Centrale Examencommissie VCA?
  • Passen de lesmethode, het lesmateriaal en de hierin gebruikte uitleg en voorbeelden qua inhoud en taalniveau bij de kandidaat?
  • Past de opleidingsduur bij het leertempo van de kandidaat?
  • Werkt de opleider systematisch aan kwaliteitsverbetering, bijvoorbeeld op basis van de kwaliteitseisen van de NRTO?
  • Is er een klik tussen de docent en de kandidaat?

5. Maak een proefexamen

Laat de kandidaat een proefexamen maken. Deze zijn trouwens niet bedoeld om inhoudelijk met de lesstof te oefenen (de opleider moet hiervoor oefenmateriaal aanreiken), maar om te oefenen met de computer en de manier waarop het examen wordt afgenomen.

6. Zorg voor goede examenomstandigheden

De examenomstandigheden kunnen een grote invloed hebben op het examenresultaat. Let op de volgende zaken:

  • Komen de computer en de bediening overeen met de oefenomgeving tijdens de opleiding?
  • Sommige mensen werken prettiger met een gewone computer met een muis of trackbal dan met een tablet.
  • Is er een extra groot scherm aanwezig? Zijn er niet te veel examenkandidaten in dezelfde ruimte? Zijn de sfeer, inrichting en de omgeving rustig?
  • Voor sommige kandidaten kan een voorleesexamen uitkomst bieden. Bij deze examenvariant krijgt de kandidaat meer tijd. Het examencentrum kan extra rust inbouwen door het voorlezen op een lager tempo te zetten.
  • Voor mensen die werken in het groen is er een examenvariant met vragen in de eigen context.