Leerlingen hoeven niet meteen hun B-VCA-diploma te hebben wanneer zij met hun stage beginnen. Toch vragen veel bedrijven hier wel om. De SSVV roept deze bedrijven op om stagiairs de kans te geven hun VCA-kennis tijdens het werken in de praktijk op te doen.

Belemmeringen wegnemen

De SSVV werkt samen met Bouwmensen en IW Nederland aan het verbeteren van de opleidingen en examens voor Basisveiligheid VCA (B-VCA). Ons doel is dat alle leerlingen die de lesstof beheersen en veilig kunnen werken, voor het examen slagen. Met de drie partijen willen we belemmeringen wegnemen. Eén van die belemmering is dat kandidaten zich soms nog geen voorstelling kunnen maken van het werk zelf, laat staan hoe je dat dan veilig moet aanpakken.

Kennis opbouwen in de praktijk

Vraag 3.2 van VCA 2017/6.0 eist dat alle medewerkers die langer dan drie maanden in dienst zijn, hun B-VCA-diploma hebben. Deze ‘drie maanden regel’ is opgenomen om medewerkers de kans te geven de bijbehorende kennis tijdens het (in)werken in de praktijk op te bouwen. Veel stagebedrijven willen echter dat leerlingen al bij de start van hun stage een B-VCA-diploma hebben. Dit is geen eis vanuit VCA; bovendien vinden we dat dit de ontwikkeling van leerlingen tot veilig en gezond werkende professionals niet ten goede komt.

Het is voor startende leerlingen effectiever om hun B-VCA-diploma pas te halen nadat ze met de praktijk hebben kennisgemaakt. De lesstof van B-VCA kan dan in oefen- en stageopdrachten worden ingepast, en het examen kan dan tijdens of na de stage worden gedaan. Zo maak je bovendien duidelijk dat kennis over veilig en gezond werken onderdeel is van het vak dat je aan het leren bent, en daar niet los van staat.

Wij hopen dat u, uw stagebegeleiders en uw opleidingsbedrijf deze werkwijze willen omarmen, zodat leerlingen een zo goed mogelijke start in het vak krijgen. Krijgt u hierover vragen van een opdrachtgever of VCA-auditor? Verwijs hen dan gerust naar ons door.

Alvast veel dank voor uw medewerking!